, [], Whether Christ will judge under the form of His humanity?
Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want Hij moet [69]als Koning heersen, [70]totdat Hij al [71]de vijanden [72]onder Zijn voeten zal gelegd hebben. 69. Dat is, zijn koninklijk ambt als Middelaar volvoeren. Dat dan Ps.110:1 gezegd wordt [waarop de apostel hier ziet], dat Hij zou zitten ter rechterhand Gods, wordt hier uitgelegd van den apostel, heersende als koning, gelijk ok in denzelfden Ps.110:2, heers in het midden van uwe vijanden. 70. Daarom, zolang dit niet is volvoerd, zal Christus de gelovigen uit den dood niet opwekken. En daarna zal Hij ophouden te regeren of heersen, op zulke wijze gelijk Hij nu als Middelaar doet. 71. Namelijk Zijns koninkrijks, en voornamelijk de duivel en al zijne instrumenten, die zich tegen Hem stellen, of niet willen dat Hij over hen zal heersen; Luk.19:27. 72. Dat is, ten enenmale overwonnen en vernield zal hebben. Zie Joz.10:24.